Beschrijving patroon Poefhoes
Ik heb deze poef met Rio katoen (Catania) gehaakt, naald 3,5. Voor elke ronde heb ik een andere kleur gekozen. Ik sloot elke ronde met een halve vaste en begon de volgende ronde op een heel andere plek, zodat de afwerking helemaal niet opvalt.
Ik heb nergens een steek gemeerderd. Meerderen deed ik door het kiezen van een setje steken die net iets meer ruimte in beslag neemt dan de voorgaande. Als je haakwerk gaat bubbelen, moet je hoognodig minderen. Wil het niet plat liggen omdat er te weinig rek in zit, dan is het tijd om te meerderen. Ik heb nooit de steken geteld, vandaar dat ik ze er hier ook niet bij zet.
Deze beschrijving is meer bedoeld als inspiratie dan als letterlijke patroonbeschrijving (jouw poef moet ook maar net dezelfde afmeting hebben als die van mij). Ik moet bekennen dat ik soms ook maar wat doe om het juiste resultaat te krijgen ;) Soms ging mijn hoes vreselijk bubbelen en moest ik de toer uithalen. Soms kwam ik er onderuit door de rondes erna flink te minderen. Bedenk dat het altijd goed komt. Dan komt het altijd goed!
Dit is de eerste keer dat ik een patroon beschrijf, dus mocht er iets niet kloppen; of kom je er niet uit; laat het me weten!
Ik heb de volgende steken (en combinaties) gebruikt: vaste, halve vaste, stokjes, halve stokje, cluster van 3 stokjes. Hier en daar een losse en meer heb je niet nodig!
De halve vasten zijn de versieringen op de stokjes. Dat doe ik zo:
Je hebt je draad aan de achterkant van je haakwerk, je haalt de draad op, en steek door de lus. haal je draad op door de volgende ruimte, en steek door.
De clusters van 3 stokjes maakte ik zo:
om te beginnen haak je 3 lossen voor het eerste stokje, en maak je een cluster van 2 erbij.
Voor de tweede cluster:
steek in, haal een lus op, haal over en haal door 2 lussen (2 lussen op je naald). Haal om, steek in, haal lus op en steek door 2 lussen. (3 lussen op je naald). Doe dit nog een keer, 4 lussen op je naald. Haal om en steek door alle 4 de lussen.
Oke, klaar? Daar gaat ie!
De 1e ronde (lichtblauw): maak een magic loop en haak hierin: 1 stokje, 1 losse. 12 keer
De 2e ronde (roze): Werk in de ruimte tussen de stokjes van de vorige ronde: 1 vaste, 2 losse.
De 3e ronde (geel): Werk in de ruimte tussen de vasten van de vorige ronde: cluster van 3 stokjes.
De 4e ronde (licht paars): Werk in de ruimte tussen de clusters van de vorige ronde: 4 stokjes
De 5e ronde, (roze): Werk op de ruimte van de stokjes van de vorige ronde: halve vasten.
De 6e ronde (licht blauw en licht groen) is een dubbele ronde.
Ronde 6a: Haak stokje, 2 lossen. Sla steeds een steek over voor 6b
Ronde 6b: Haak op de overgebleven steken; Stokje en 2 losse.
De 7e ronde (creme): Werk in de ruimte van de 2 lossen; haak 3 stokjes in elke ruimte. Je pakt allebei de lussen!
De 8e ronde (groen): Werk op de stokjes van de vorige ronde: halve vasten
De 9e ronde (rood): werk tussen de groepjes van 3 stokjes. Haak 1 vaste, 4 losse.
De 10e ronde (roze): Werk in de ruimte van 4 lossen: 2 stokjes, 1 losse, 2 stokjes.
De 11e ronde (geel): Werk in de ruimte van de losse: 7 stokjes
De 12e ronde (lichtgeel): Haak op de eerste 6 stokjes een vaste. De 7e steek, tussen de waaiers in, haak je een half stokje.
De 13e ronde (groen): Haak op alle steken van de vorige ronde: 1 stokje
De 14e ronde (donkergroen): Maak halve vasten op de stokjes van ronde 13.
De 15e ronde (bruin): Werk op alle steken van de vorige ronde: haak een stokje, sla een steek over en haak een losse.
De 16e ronde (roze): haak een ketting van lossen en weef deze door de stokjes heen.
De 17e ronde (oudroze): Werk in de ruimte tussen de stokjes van de vorige ronde: cluster van 3 stokjes en 1 losse.
De 18e ronde (lichtroze): Haak op alle steken een vaste.
De 19e ronde Lichtblauw en turquoise): Dit is weer een dubbele ronde. Stokje, sla steek over, 2 lossen. Daarna op de overgebleven steken dezelfde steek.
De 20e ronde (rood): Werk in de ruimte van de 2 lossen: een half stokje, 1 losse.
De 21e ronde (roze): werk in de ruimtes tussen de stokjes; 2 halve stokjes
De 22e ronde (lavendel): Werk ik alle steken van de voorgaande ronde; cluster van 3 stokjes en een losse
De 23e ronde (blauw): werk in de ruimtes tussen de clusters: 3 stokjes (waaiertjes)
De 24e ronde (donkerblauw): Werk tussen de ruimte van de waaiertjes: 2 halve stokjes en een losse.
De 25e ronde (turkoois): Tussen de set van halve stokjes haak je 5 stokjes. Tussen de halve stokjes zelf haak je een half stokje.
Vanaf hier was het voor mij tijd om recht naar beneden te werken (oftewel; niet meer meerderen of minderen). Dit hangt natuurlijk per poef of kussen af!
De 26e ronde (groen): Haak op de bovenste 3 steken van de stokjes; een vaste, 3 lossen
De 27e ronde (mosgroen): Werk in de lussen tussen de stokjes: 5 halve stokjes
De 28e ronde (rood): Werk op de halve stokjes van de vorige ronde: 4 stokjes. Tussen de waaiertjes in haak je een stokje.
De 29e ronde (zelfde kleur rood); haak op alle steken een half stokje
De 30e ronde (lichtpaars): haak op de stokjes een rand van halve vaste.
De 31e ronde (lichtblauw): Haak halve stokjes op alle steken.
De 32e ronde (zelfde kleur:) haak halve stokjes op alle steken.
De 33e ronde (roze): Halve stokjes op alle steken van voorgaande ronde
De 34e ronde (zelfde kleur roze: Haak alleen in de achterste lussen van de voorgaande ronde; een stokje
De 35e ronde: (paars): Haak in de voorste lussen van ronde 33; een vaste in elke steek. Je kunt ook blaadjes maken; vaste, half stokje, stokje, vaste. Het geeft een speels effect, maar maakt het ook minder "strak".
De 36e ronde: oranje: Haak weer in beide lussen en in alle steken van de voorgaande ronde; cluster van 3 halve stokjes en een losse.
De 37e ronde (roestbruin): werk tussen de clusters van de voorgaande ronde: 5 stokjes. Op de losse tussen de clusters in haak je een half stokje
De 38e ronde (roze): Haak op de waaiertjes van de vorige ronde: 2 halve stokje, een losse en weer 2 stokjes.
De 39e ronde (pistache groen): Haak op de losse tussen de stokjes; een vaste. haak tussen de halve stokjes: een half stokje, stokje, half stokje.
De 40e ronde (groen): Werk tussen de blaadjes door: 6 stokjes (waaiertjes)
De 41e ronde (wit): Werk tussen de waaiertjes door: een half stokje, 4 losse
De 42 ronde (groen): werk in de lussen van 4 lossen: 2 stokjes en een losse
De 43e ronde (roze): werk in de lus van de losse van de vorige ronde: 4 halve stokjes
De 44e ronde (paars): Haak tussen de stokjes van de 42e ronde: 5 stokjes
De 45e ronde: Haak op de stokjes van de vorige ronde: een half stokje. in het midden haak je: een half stokje, 3 losse en weer een half stokje in dezelfde steek. je krijgt een puntje of kroontje. Je kunt hier nog weer een toer op haken met een heel fijn garen. Maarja, eens moet je stoppen hè.
Als afwerking heb ik een ketting van lossen gehaakt (met geel) om de hoes bij elkaar te plooien. Zo blijf je de onderste toer mooi zien.
Share on Tumblr